In de sessies met Psychomotorische Begeleiding wordt op een lichaamsgerichte manier gewerkt aan vaardigheden die nodig zijn voor het verbeteren van zelfvertrouwen, leren en concentreren. Deze vaardigheden zijn:
> Lichaamsbewustzijn: het kind ontwikkelt een beter contact met zijn eigen voelende lichaam. Het lichaam is de basis van waaruit het kind de wereld verkent.
> Balans en coördinatie: het vermogen om gecenterd te blijven.
> Grove motoriek: voortbewegen en lichaamscontrole.
> Richtingsontwikkeling: lichaamscoördinatie, lateralisatie, kruisen van de middellijn.
> Fijne motoriek, waaronder schrijfmotorische therapie: handschriftontwikkeling, pengreep.
> Visuomotorische vaardigheden: oog-handcoördinatie en ruimtelijke informatieverwerking.
> Visueel-ruimtelijke vaardigheden: visuele waarneming, visuele perceptie en ruimtelijke oriëntatie.
> Geheugenvaardigheden: korte termijngeheugen, werkgeheugen, lange termijn geheugen.
> Probleemoplossende vaardigheden: denk- en redeneervermogen en analytisch denken.
> Executieve functies: planning, organisatie, timemanagement, werkgeheugen en zelfreflectie.
Via gerichte bewegingsoefeningen wordt spelenderwijs gewerkt aan het versterken van de hersenverbindingen, ruimtelijk bewustzijn en lichaamsbesef. Daarbij zet ik verschillende werkvormen in, zoals Bal-A-Vis-X®. Hierbij combineer ik de therapie vaak met MNRI® Reflexintegratie, aangezien nog actieve reflexen veelal een onderliggende verstoring vormen in de neuromotorische ontwikkeling. Het blijkt in een praktijk een gouden combinatie om de ontwikkeling op tal van vlak te ondersteunen.
De diagnose Dyslexie nader bekeken
Het is goed om nog in te gaan op de vaak gestelde diagnose dyslexie. Daarbij is het van belang te beseffen dat een kind dat moeite heeft met lezen niet per definitie dyslexie heeft. Vaak liggen aan leesproblemen vooral visuele problemen ten grondslag, zoals problemen met een soepele oogmotoriek in combinatie met een onvoldoende oogsamenwerking. Zodoende moeten de ogen hard werken om de visuele informatie op te nemen en te verwerken tot een betekenisvol geheel. Dat betekent niet dat een kind een bril nodig heeft. Het betekent dat er gewerkt moet worden aan het versterken van het gehele visuele systeem. En dit heeft veelal weer een relatie met de motorische en neuromotorische ontwikkeling van het kind.
Ook in de andere bovengenoemde diagnoses spelen neuromotorische oorzaken vaak een rol, alsmede problemen met oogmotoriek. Dat is de reden waarom ik bij leer- en concentratieproblemen kinderen ALTIJD een visuele screening uitvoer, waarbij problemen in de oogmotoriek en oogsamenwerking kunnen worden vastgesteld.